



Citroenen op tafel / Lemons on a table
Reinout Krajenbrink ©
Citroenen op tafel
Eén van de uitdagingen van een realistische schilder is om de aard van het oppervlak van een object (de textuur) zo goed mogelijk in verf uit te drukken. In vaktaal heet dat de benadering van de stofuitdrukking. Een groffe baksteen zal anders geschilderd worden dan een donzig veertje. De verf zal bij beide objecten op een verschillende manieren op het paneel worden aangebracht. De baksteen zal bij wijze van spreke met groffe kwast en palletmes geschilderd worden terwijl het veertje met een zachte penseelstreken wordt neergezet. Door te werken aan een mooie stofuitdrukking wil je de kijker bijna visueel laten ervaren hoe het oppervlak van het voorwerp zal aanvoelen. In deze compositie heb ik me heerlijk kunnen uitleven in het schilderen van verschillende texturen. Gladde oppervlakken zoals de ijzeren opscheplepel en de vaas, tegenover de vormloze objecten als de plastic zak en het blauwe doek. Door verschillende texturen naast elkaar te zetten gaan de ongelijk gestemde voorwerpen als het ware een strijd met elkaar aan wat een interessant beeld oplevert. Zie het contrast tussen de vormloze krakende zak tegenover de sierlijke porseleinen kruik. Ook heb ik geprobeerd voorwerpen uit te kiezen die ogenschijnlijk qua vorm overeenkomen maar weer onderlinge verschillen hebben: De citroenen en knoflook zijn beide organische vormen maar de knoflook heeft een schilferend oppervlak en de citroen juist een glad oppervlak. Vergelijk op die manier ook de plastic zak met het blauwe doek, die samen dat vormloze en plooiende karakter hebben, maar totaal verschillen qua textuur. Zo matcht ook de porseleinen kruik met de ijzeren lepel. De grootste uitdaging om te schilderen was dan ook wel de plastic zak, die had ik immers nog nooit eerder geschilderd. De studie naar de complexiteit van al die vouwen en glinsteringen is al een hele onderneming op zich. Daarnaast is het plastic ook nog half transparant en ligt er dus de uitdaging in dit alles zo overtuigend mogelijk te schilderen. Ook niet zo gemakkelijk is het schilderen van de ijzeren lepel, waar mijn atelier op de kop wordt in weerspiegeld. Als men mij vraagt: “Hoe krijg je dat allemaal zo voor elkaar? “ is mijn antwoord in eerste instantie:”Goed kijken en schilderen wat je ziet en niet schilderen wat je DENKT te zien. Wil je een voorwerp optimaal schilderen zul je het eerst goed van dichtbij moeten bekijken om het oppervlak goed te kunnen doorgronden. Uiteindelijk zullen die onverwachte details het schilderij levendig maken.
BACK TO THE HALL
TERUG NAAR ZAAL