middeleeuwse urn met fruit
Viooltjes in romeins vaasje

Albasten kruikje van Maria/ Alabaster jar of Mary

Reinout Krajenbrink ©

 

                        HET ALBASTEN KRUIKJE VAN MARIA

 

 

Op dit schilderij met de nogal merkwaardige titel: "Het albasten kruikje van Maria", treffen we een compositie aan die misschien in eerste instantie overkomt als een normaal stilleven. We zien een stenen schaal op een marmeren tafel en deze is gevuld met een tros groengele druiven. Daarnaast staat een leeg albasten kruikje vergezeld van wat eieren. Eén ervan is opengebroken. Zoals gezegd een normaal ogend tafereel, echter de frontale kijkhoogte en de manier waarop het licht de objecten "bestrijkt" doet vermoeden dat er toch meer gaande is. Door het lage perspectief is de ooghoogte precies gelijk aan het stilleven. De toeschouwer kijkt niet op de compositie neer, maar wordt frontaal met het beeld geconfronteerd. Hij/zij kan er met andere woorden niet om heen.  Een tweede confrontatie van het beeld met de kijker is het rechts invallende licht. Dit heldere strijklicht, belicht zowel de transparante druiven, als het albasten kruikje en doet de voorwerpen fel afsteken tegen de donkere achtergrond. De objecten staan als het ware in de spotlight, wat suggereert dat ze iets zinnigs te melden hebben. De vraag rijst  wat dit stilleven wil zeggen...

Het begon allemaal toen ik op een gegeven moment dit albasten kruikje onder ogen kreeg. Het decoratieve minerale gesteente met de  eigenschap dat het lichtdoorlatend is, had direct mijn aandacht gegrepen.  De affectie voor een bepaald object, leidt bij mij dan ook vaak tot een idee voor een nieuw schilderij.  Ik wilde dus  meer weten over dit bijzondere materiaal. Albast blijkt een monomineraal gesteente, dat gevonden werd in de omgeving van de Egyptische stad Alabastrum. Men denkt dat de naam daar  ook van afgeleid is, ook al zijn de meningen hierover verdeeld. Een andere reden die wordt gegeven over de herkomst van de naam is het Griekse woord Labas. Dit was de benaming voor de  bijzondere vorm van de toen vervaardigde zalfkruikjes, die geen oren hadden, lang en smal waren en naar boven toe nauwer werden. Deze albasten zalfkruikjes waren vaak gevuld met de kostbare nardusmirre, een geurende olie die voor allerlei doeleinden gebruikt werd. De hals van de kruik was daarom ook zo nauw, omdat de kostbare nardus er op deze manier niet te overvloedig uitkwam.

Nardus werd gebruikt voor het besprenkelen van het huwelijksbed, het parfumeren van kleding, als heilige zalfolie of voor het balsemen van pasgestorvenen. Als we de geschiedenis induiken komen we de albasten kruik o.a. tegen in het bijbelboek van Marcus: het is vlak voor Pasen en Chris-tus bevindt zich samen met zijn discipelen in het huis van Simon de melaatse.

"En toen Hij te Bethanie was in het huis van Simon de melaatse, kwam, terwijl Hij aan tafel aanlag, een vrouw (Maria) met een albasten kruik vol echte, kostbare nardusmirre. En zij brak de albasten kruik en goot de mirre over zijn hoofd." (citaat Marcus 14: 3)

Mirre is o.a. het symbool van het lijden en sterven,  in die tijd werden zoals eerder ge-zegd de pas gestorvenen ingezalfd met deze lekker ruikende olie. Christus was echter nog niet gekruisigd en gestorven, maar Maria voorzag Zijn naderende dood en ging over tot deze, voor de discipelen onbegrijpelijke daad. Maria brak namelijk de hals van de fles, zodat ze alle nardusmirre kon gebruiken, dit was natuurlijk een zeer kostbaar gebaar, dat in de ogen van de discipelen als geldver-spilling werd gezien.Met deze voorkennis kon ik dus eigenlijk niet om het Paasthema heen, ook al vormt deze "zalving te Bethanie" slechts een kleine schakel in deze hele geschiedenis, waarbij het gaat  om sterven, wederopstanding en eeuwig leven. Met behulp van dit, in de hals gebroken, albasten kruikje wilde ik tot een compositie komen waarin deze elementen van vergankelijkheid (het sterven), wedergeboorte en onvergankelijkheid (eeuwig leven) terug te vinden zouden zijn. Het stilleven dat ontstaan is, is het eind-resultaat geworden van deze gedachte.

De vergankelijkheid: Alle voorwerpen op het paneel laten verschijnselen zien van de tand des tijds, wat aanduidt dat niets hier op deze aarde behouden is voor de eeuwigheid. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in het blad aan de wijnrank, misschien een paar weken terug uit zijn knop ontsproten, het vertoont nu al de tekenen van afsterving. Maar ook de druiven lijken flink gerijpt door de felle zon (de druiventros, in die tijd en nu nog steeds het teken van het bloed, denk maar aan de wijn tijdens het heilig avondmaal, dat het vergoten bloed van Christus symboliseert). Als je kijkt naar het stenen bord, ooit eens een prachtig glimmend geglazuurd exemplaar, het vertoont aan de randen de tekenen van de aftakeling. Natuurlijk zijn er ook materialen die een duurzaam karakter hebben, zoals het marmer dat er voor tienduizenden jaren terug al was. Maar ook hier zijn de barsten aan de rand zichtbaar.

Echter dat de vergankelijkheid niet per defenitie lijdt tot de eeuwige slaap symboliseert het gebroken ei. Hierbij kom ik dan bij het tweede element: De wedergeboorte: Wanneer je de symboliek van het ei in de geschiedenis bekijkt, symboliseert het meestal de vruchtbaarheid, in de christelijke visie staat het daarentegen voor de maagdelijke geboorte en wederopstanding.

We zien op het schilderij geheel rechts drie gave eieren, twee witte en een lichtbruine. Meer in het midden zien we een vierde ei, ook lichtbruin van kleur, die opengebroken is. Ik zal proberen uit te leggen welke relatie het gebroken ei heeft met het nog gave lichtbruine ei en de betekenis van het aantal eieren wat de toeschouwer ziet. Hiervoor keer ik weer terug naar het paasverhaal. Als Christus aan het kruis gestorven is,  volgt de begrafenis en wordt Hij in een spelonk gelegd, die met een grote steen afgesloten wordt. Drie dagen lang zal Hij verkeren in het dodenrijk, totdat Hij dus op de derde dag uit de dood opstaat. De drie nog gave eieren symboliseren de drie dagen van "opsluiting"in het dodenrijk. De eieren liggen gegroepeerd bij elkaar, maar wel van voren naar achteren gerangschikt, zodat de chronologie van de drie dagen uitgebeeld wordt. Het derde ei is dan ook in tegenstelling tot de eerste twee, lichtbruin van kleur. Niet zonder reden zal blijken. Het is een verwijzing naar het opengebroken ei dat ook diezelfde lichtbruine kleur heeft. Hier lijkt de chronologie van de tijd elkaar even te overlappen, want het lijkt te gaan om hetzelf-de ei.  De drie dagen van opsluiting loopt uit op een wedergeboorte op de derde dag. Het uitgekomen ei, symboliseert op deze manier de wedergeboorte (van Christus; van ons) en het begin van een nieuw leven.

Het ei is op zich een heel begrijpelijk symbool voor de wedergeboorte, het is namelijk de oorsprong van nieuw leven, maar dat de veer ook voor wederopstanding staat is wat minder begrijpelijk maar wel degelijk waar. J.C.Cooper beschrijft in het boek "ency-clopedie van traditionele symbolen" dat de veer door zijn lichte eigenschap, licht, lucht en daardoor ook de ziel representeert. Met de wind meegenomen kan het grote hoogtes bereiken en een vlucht maken naar nieuwe oorden, in de symboliek betekent dit dan een begin van een nieuw leven cq een weder-geboorte van de ziel. Deze betekenis van een veer voor de wederopstanding gaat dan ook alleen op als er twee exemplaren zichtbaar zijn (zie schilderij): de een staat dan voor licht en de ander voor lucht.

Het eeuwige/ de onvergankelijkheid: Dat onvergankelijkheid niet in een object uit te drukken is, is wel gebleken uit het eerder beschreven gedeelte. Elk materiaal veroudert en zal na verloop van tijd zijn gaafheid en glans verliezen. Dat was de conclusie van de aardse vergankelijkheid, maar toch bestaat er een materiaal die door de eeuwen heen niets van zijn kracht zal inleveren. En dan heb ik

het over het edelmetaal, goud. Er zijn nu en in het verleden heel wat bodemvondsten gedaan waarin vergulde voorwerpen werden gevonden, die afkomstig waren uit allang verdwenen beschavingen, maar niets van hun helderheid had verloren. Ik zag laatst enkele bronzen beeldjes, die bedekt waren met een laagje goud, ze waren afkomstig uit graven van de Qijia- en de Houshaogou-cultuur, een chinese beschaving van ca 2000 voor Christus. Terwijl de corrosie het brons al behoorlijk had aangetast, lag het goud in de vergulde gedeelten er nog als nieuw bij.  Goud heeft daarom ook niet voor niets de betekenis van "eeuwigheids waarde". Het goud is in dit stilleven terug te vinden in de gouden band, die zich om de albasten kruik bevind. De ring of cirkel is een universeel symbool die door zijn vorm de betekenis van tijdloosheid en oneindigheid heeft gekregen, hij heeft namelijk geen begin of eind. De ringvorm in combinatie met het goud is daarom ook accentpunt om de eeuwigheid aan te duiden. We zien dit symbool natuurlijk vandaag de dag terug in de trouwring, maar in dit stilleven wordt de eeuwigheid dus verbeeld in de gouden band die het albasten kruikje van Maria omsluit!

Enfin, hier eindigt de zoektocht achter een ogenschijnlijk alledaags stilleven, genaamd "het albasten kruikje van Maria". Als je tenslotte het eind leest van het bijbelgedeelte over de zalving te Bethanie, zegt Christus het volgende tegen zijn leerlingen, die verontwaardigt reageerden op de in hun

ogen geldverkwistende daad van Maria:"Zij heeft gedaan, wat zij kon; van tevoren heeft zij mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis. Voorwaar, Ik zeg u, overal waar het evangelie verkondigd zal worden, over

de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft" (Marcus 14:8-9) Ik hoop met dit schilderij een kleine bijdrage te leveren aan deze gesproken woorden…

 



Jaartal/Year:
2001

Techniek/Technique:
Olieverf/ Oil

Afmeting/Size:
100 x 65

BACK TO THE HALL

 

 

TERUG NAAR ZAAL

Pagina 317
stillevens